Ik geloof sterk in eigenverantwoordelijkheid. Mensen moeten zelf kunnen beslissen hoe ze hun leven inrichten. Dat geldt dus ook voor sport. Ik wandel graag en mountainbike regelmatig. Een ander houdt van voetbal en weer een ander zie je in de sportschool. Mooi die verschillen. Goed ook; want bewegen is ontzettend belangrijk. En dat is niet alleen mijn mening maar wordt ook nog eens door onderzoek ondersteund. Sport en bewegen draagt bewezen bij aan de gezondheid van mensen. Sport zorgt voor een betere conditie, meer spierkracht, een gezonde levensstijl, een goede nachtrust en minder vraag naar zorg. Luister naar Professor Scherder en je vraagt je af waarom niet iedereen beweegt. Want hij laat zien dat sport en bewegen niet alleen zorgt voor lichamelijke – maar ook voor mentale fitheid. Je voelt je immers altijd lekkerder na afloop van het sporten dan daarvoor. Maar dat niet alleen; voldoende fysieke activiteit gaat depressies tegen, vertraagt de ontwikkeling van dementie en vermindert het aantal psychische klachten.
Waarom kiest niet iedereen voor sport?
Mijn overtuiging zit me toch in de weg. Waarom kiest niet iedereen voor een sport of lekker bewegen? Volgens het RIVM voldeed in 2019 51% van de mannen en 47% van de vrouwen aan de beweegrichtlijnen. Dat is bij lange na niet de meesten van ons. En bedenk dan eens: als je nu als kind nooit of nauwelijks sport of bewegingskeuzes ziet of aangeboden krijgt? Kun je dan verwachten dat je als je volwassen wordt wel een vrije en afgewogen keuze hebt?
De helft van de kinderen beweegt te weinig
Dat we bij onze jeugd moeten beginnen weet iedereen. En op dit ogenblik bestaat daar een geweldig groot probleem. Volgens het CBS in 2017 beweegt de helft van de kinderen stomweg te weinig. Helemaal zorgelijk is de conclusie uit een onderzoek in 2019 waarin op 428 basisscholen in Nederland de motorische vaardigheden van ruim 70.000 kinderen is gemeten. Dat onderzoek laat zien dat in de groep van 4- tot 12 jarigen tussen de 29% tot 25% onder het landelijk gemiddelde scoort. En dan te bedenken dat drie jaar eerder 23,5 procent van de kinderen onder de gewenste norm zat. En dit is 2019! Mijn voorspelling is dat in 2020 en 2021 het echt niet beter is geworden.
Kinderen hebben het recht om de diversiteit van sport en bewegen te zien
We moeten ingrijpen. Afwachten is niet verantwoord. Kinderen hebben het recht om de diversiteit van sporten en bewegen te zien en aangeboden te krijgen. Al is het maar om motorisch goed te kunnen functioneren. Ze moeten de kans krijgen enthousiast te worden van een sport of fysieke activiteit zodat een leven lang actief vanzelf gaat. En veel van hun ouders lijken daarin overigens niet echt effectief te (kunnen) zijn. En ingrijpen heeft effect: Almere bijvoorbeeld die heeft met een brede aanpak bewezen dat de motoriek van kinderen flink kan worden verbeterd. Behalve de verplicht gestelde twee uur gymles op elke lagere school wordt daar ook een naschools programma georganiseerd, met inzet van vakdocenten waar alle grondvormen van bewegen aan de orde komen. Daarnaast faciliteert en subsidieert Almere een opleiding voor sportverenigingen, buurtsportcoaches en de vakdocenten bewegingsonderwijs zodat zij bewust worden hoe ze ook naar de beweegvaardigheden kunnen kijken.
Daarom denk ik dat gemeenten het voortouw moeten nemen. Bijvoorbeeld door extra te investeren in hun buurtsportcoaches. De makelaars tussen scholen, sportverenigingen, welzijn, gezondheidszorg, jeugdzorg en kinderopvang. Laat hen partijen bijeenbrengen, stel geld beschikbaar en start. Het kan en moet.
Henk Matthijsse